De inval van Rusland in Oekraïne op 23 februari 2022 stelt pacifisten weer eens voor de vraag of het niet inconsequent is om alle militaire geweld te veroordelen en tegelijkertijd deel te nemen aan het publieke debat waarin geweld niet principieel wordt afgekeurd en men discussieert over de al of niet “rechtvaardige” toepassing daarvan. Zo wordt de aanval van Poetin algemeen veroordeeld, maar roept men wél op tot militaire steun aan Oekraïne. Kan een pacifist zich niet beter helemaal niet mengen in dit debat en zich hier onthouden van het innemen van een standpunt?
xxxxxxOm dit probleem op te lossen moet men zich realiseren dat er op verschillende niveaus over het probleem van het oorlogsgeweld kan worden gedacht en gesproken:
x
1. In de eerste plaats op consequent pacifistisch niveau, waarop iedere oorlogshandeling waarbij doden vallen verwerpelijk. Dus in het geval van de oorlog in Oekraïne is zowel de aanval van Poetin verwerpelijk, als het “terugschieten” door de Oekraïners en het sturen van militaire steun aan Oekraïne. De enige oplossing is: deze oorlog had voorkomen moeten worden.
x
2. Het bezwaar van het denken op consequent pacifistische niveau is dat het hierdoor moeilijk wordt deel te nemen aan het maatschappelijk debat. Men wordt dan haast wel gedwongen zich te beperken tot getuigen en het houden van betogingen voor Vrede en tegen Oorlog. Daarom is het beter te kiezen voor een pragmatische opstelling. Hierbij denkt men dan tegelijk op twee niveaus: op het eerste niveau houdt men vast aan een consequent pacifistisch standpunt en op het tweede niveau gaat men zich inleven in de wijze waarop in de actuele politiek over de problemen van oorlog en vrede wordt gesproken (ook al keurt men deze wijze zelf af). Men kan dan in ieder geval meepraten en meestemmen bij belangrijke beslissingen en hopelijk kan men een goede invloed uitoefenen. Die goede invloed bestaat dan meestal uit het kiezen voor de “minst kwade” (bij een keuze tussen twee kwaden). Je moet dan maar even zwijgen over je eigen pacifistische standpunt dat als iemand in een situatie terecht komt waarin hij gedwongen wordt te kiezen tussen twee kwaden de onaangename keuze niet opeens maakt dat de minst kwade “goed” wordt. Men kan dan bijvoorbeeld meepraten over een beslissing van het ministerie van defensie, hoewel je eigenlijk vindt dat dat ministerie niet behoort te bestaan.
xxxxxxLogisch gezien liggen de zaken hier ingewikkeld, bijna humoristisch. Je zou kunnen stellen dat een consequente pacifist niet mag beweren dat de rechtvaardigheid eist dat je in een oorlog de zaak steeds van beide kanten moet bekijken. Want volgens hem bestaat er geen “rechtvaardige oorlog.”
x
Herschreven 4 februari 2023