2. Gewetenspacifisten en politieke pacifisten

Volgens mij bestaan er globaal twee soorten pacifisten: die welke primair rekening houden met hun eigen geweten en die welke primair rekening houden met de samenleving en de politiek.
XXXDe eerste soort pacifisten vraagt zich vooral af wat ze zullen doen wanneer zij terecht komen in een situatie van “of-jij-òf-ik”, bijvoorbeeld aan het front. Zullen zij dan het gebod Gij zult niet doden overtreden om zelf te kunnen overleven of zullen zij zich opofferen om zich aan dit gebod te kunnen houden? Degenen die geloven in een leven na de dood zullen zeggen: de lichamelijke dood is niet het ergste dat een mens kan overkomen. Zij willen voor het aangezicht van God treden zonder hun geweten met een moord te hebben belast. Niet om daarmee zelf de hemel te verdienen, maar wel om op dit existentiële ogenblik, een ogenblik dat er echt op aan komt, te laten zien dat ze willen kiezen voor God en niet voor het kwaad. Degenen die niet geloven in een leven na de dood zullen op een wijze redeneren die daarvan in wezen misschien niet zoveel verschilt, maar moeilijker onder woorden is te brengen. Zij zullen zeggen: een mens gaat toch dood, nu sterf ik een aantal jaren eerder, maar met een minder bezoedeld geweten. Voor hen is het een kwestie van het hooghouden van menselijke waardigheid en zelfrespect. Zij houden vast aan de gedachte dat integriteit op de een of andere manier zin heeft.
XXXBij de tweede soort pacifisten ligt de zaak enigszins anders. Zij zijn sterker politiek georiënteerd en ergeren zich enorm aan hoogwaardigheidsbekleders die zich het recht menen te kunnen aanmatigen hun in de existentiële situatie van “of-jij-òf-ik” te brengen en hun te dwingen een onmogelijke keuze te maken. Zij menen dat de kern van het probleem niet zozeer ligt in het proberen een schier onoplosbaar dilemma op te lossen, als wel in het er voor zorgen dat een mens niet in een dergelijk dilemma terecht komt. Dit probleem ligt op het terrein van de politiek. Politici hebben niet het recht om hun burgers een vrijbrief te geven om te doden. Zij hebben ook niet het recht hun burgers voor onoplosbare dilemma’s te plaatsen, maar zij hebben juist de taak te voorkomen dat ze in dergelijke dilemma’s terecht komen. Helaas zijn veel politici, al zullen zij dat nooit toegeven, verzot op oorlogen, want die geven hun de gelegenheid belangrijk te schijnen en gewichtig te doen. Het is een ervaringsfeit dat presidenten met een tanende populariteit plotseling weer populair worden als hun land in een oorlog terecht komt. Dan kunnen ze hun daadkracht laten zien en hun volk pathetisch toespreken. Maar gelukkig zijn er ook andere politici, politici die er oprecht naar streven oorlogen te voorkomen.
XXXMaar dan rijst de vraag of er verschil bestaat tussen een oprecht vrede nastrevende politicus en een pacifist. De zaak waar het hier om draait is volgens mij het probleem van het al of niet bestaan van een rechtvaardige oorlog. Een pacifist gelooft niet in het bestaan van een rechtvaardige oorlog, want hij gelooft niet dat als iemand gedwongen wordt te kiezen tussen twee kwaden, en als hij dan het minst kwade kiest, dat dan dat minst kwade opeens goed wordt. Dit heeft zowel een pragmatisch als een moreel aspect. Pragmatisch geldt dat politici die geloven in het bestaan van rechtvaardige oorlogen maar al te gauw zullen geloven dat de oorlog die zij beginnen of waaraan zij meewerken rechtvaardig is en hiermee missen zij een belangrijke, stimulans om te trachten de vrede te bewaren. Maar het morele aspect, het aspect van de schuldvraag, is misschien nog belangrijker. Tegenwoordig wordt steeds weer de strijd tegen de nazi’s in de tweede wereldoorlog aangevoerd als voorbeeld van een rechtvaardige oorlog, een oorlog waarbij de schuld uitsluitend lag bij de tegenpartij. Tegelijkertijd zijn vrijwel alle hedendaagse historici het er over eens dat het ongelukkige verdrag van Versailles sterk heeft meegewerkt aan de opkomst van Hitler. Dat betekent dat “de geallieerden” als geheel mede schuldig waren aan het ontstaan van de tweede wereldoorlog. Er bestaat zoiets als collectieve schuld en het wordt tijd dat probleem eens grondig en nuchter te doordenken. Niet om in Europa een “weg met ons”- mentaliteit te bevorderen, maar om iets te leren van de geschiedenis.