Een vorm van schuld die hier nog niet ter sprake is gekomen is de zogenaamde schuld door associatie (“guilt by association”). Dit is een schijnbare schuld die optreedt als iemand een misdaad heeft begaan en zijn schuld als het ware afstraalt op zijn familie en relaties. Die worden dan ook schuldig bevonden en/of gestraft, hoewel ze niet zelf aan de betreffende misdaad hebben deelgenomen. Simpele voorbeelden zijn: iemand beschuldigen een dief te zijn omdat hij veel met dieven omgaat en iemand beschuldigen conservatief te zijn omdat hij lid is van een kerkgenootschap dat over het algemeen wordt gezien als conservatief.
XXX Het is enigszins verwarrend dat de zinsnede “schuldig door associatie” sprekend lijkt op een zinsnede als bijvoorbeeld “schuldig door deelname aan een criminele organisatie”, maar een haast tegengestelde betekenis heeft. De zinsnede “hij is schuldig door associatie” betekent dat hij juist niét schuldig is. Terwijl de ene zinsnede thuishoort in de denkwereld van de aanklager, hoort de andere thuis in de denkwereld van de verdediger. De verdediger tracht de aanklacht te ontzenuwen door te stellen dat deze alleen maar berust op associatie en dus juridisch onhoudbaar is.
XXX Een andere bron van verwarring is dat men vaak spreekt van “schuld door associatie” terwijl men beter had kunnen spreken van “straf door associatie”. Zo komt het voor dat mensen worden “gestraft” terwijl tegelijkertijd wordt erkend dat ze geen schuld hebben. Een voorbeeld hiervan is dat tijdens de tweede wereldoorlog in Amerika veel Japanners werden geïnterneerd en dat ervoeren als een straf, terwijl men wist dat ze onschuldig waren. Het werd gedaan uit voorzorg. Een vergelijkbaar geval treedt op wanneer een leraar een hele klas laat achterblijven omdat een paar leerlingen achter zijn rug met propjes hebben geschoten. Zowel hij zelf als de leerlingen weten heel goed dat slechts enkele leerlingen schuldig zijn. Maar de leraar wil het effect te weeg brengen dat de leerlingen onderling druk op elkaar uitoefenen om geen propjes meer te schieten want dan moet de hele klas achterblijven.
De beschuldiging “by association” is niet alleen juridisch onhoudbaar, maar ook emotioneel zwaar beladen. De verdediging maakt daar soms gebruik van door een sfeer van verontwaardiging op te roepen. Een van de redenen voor die emotionele lading is dat dit soort beschuldiging behoort bij een primitief rechtsgevoel die door hoger ontwikkelde culturen nadrukkelijk wordt verworpen. Men ziet dat bijvoorbeeld in Ezechiël 18 (ca. 600 v.C): Hoe komt gij er toe [te zeggen]: de vaders hebben onrijpe druiven gegeten en de tanden der kinderen zijn slee geworden? [..] Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van zijn vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen” (1).
XXX Een andere reden van de emotioneel zware lading van het begrip beschuldiging “by association” is dat deze vaak wordt gebruikt bij het kenschetsen van de terreur van Stalin en Hitler. Zo schreef Hannah Arendt in haar studie over totalitaire regimes:
“Het was de bedoeling om de beschuldigde te isoleren van zijn vrienden en familieleden. Bij elke arrestatie dreigde de geheime politie immers de omgeving van de beklaagde mee te sleuren en te vernietigen. De psychologische impact was zo groot dat van zodra iemand aangeklaagd werd zijn vrienden zijn ergste vijanden werden en overgingen tot de meest waanzinnige beschuldigingen aan het adres van de beklaagde om hun eigen huid te redden en hun loyaliteit aan het regime te bewijzen” (2).
XXX Hoewel Hannah Ahrend de term zelf niet gebruikte wordt de door haar beschreven beschuldiging gezien als een geval van beschuldiging door associatie. Deze vorm van beschuldiging is in de praktijk vaak moeilijk te onderscheiden van twee andere vormen, namelijk iemand schuldig verklaren aan collectieve schuld en iemand beschuldigen van lidmaatschap van een criminele organisatie. Om hier duidelijkheid te krijgen kan het beste beginnen met van iedere vorm een ideaaltype te formuleren en pas in tweede instantie te gaan nadenken over de grensgevallen:
● Beschuldiging van collectieve schuld. Dit schuldbegrip wordt vooral gebruikt in morele, politieke en religieuze beschouwingen. Een bekend voorbeeld is als men alle (of een groot deel van de) Duitsers die voor of tijdens de tweede wereldoorlog leefden collectief schuldig acht aan de tweede wereldoorlog, ook als ze niet expliciet deel hebben genomen aan nazipraktijken. Het strafrecht kent geen collectieve aansprakelijkheid. Stel dat een aantal mensen een auto heeft omgegooid, dan is hier wel sprake van een collectieve daad, maar ieders schuld kan individueel worden vastgesteld.
● Beschuldiging van deelname aan een criminele organisatie. Een duidelijk voorbeeld hiervan is wanneer drie mannen een bank beroven, waarbij twee van hen werkelijk het bankgebouw binnengaan en de kluis kraken, terwijl de derde buiten in de auto op hen blijft wachten. Dit wordt gezien als deelname aan een (kortstondig bestaande) criminele organisatie.
● (Valse) beschuldiging door associatie. Een voorbeeld hiervan is wanneer een lid van een gezin vertrekt naar het Midden-Oosten om daar deel te nemen aan de jihad en de andere leden van het gezin daar op worden aangekeken.
XXX Een probleem bij deze drie vormen van schuld is dat ze zoveel grensgevallen hebben. Een ander probleem is de vraag of men het iemand kwalijk kan nemen als hij niet expliciet afstand heeft genomen van de betreffende criminele handelingen. Kan men het een islamiet kwalijk nemen als hij niet in het openbaar kenbaar maakt dat hij terroristisch geweld afkeurt? Als hij, bijvoorbeeld door zijn functie, gedwongen wordt een standpunt in te nemen moet hij natuurlijk een verantwoorde keuze maken. Maar als hem niets wordt gevraagd? Is hij dan schuldig?
(1) http://www.grooteuropa.nl/b/historische-opvattingen-over-individuele-en-collectieve-schuld.html
(2) Hannah Ahrendt (1951): The origins of totaliarianism. Nederlandse vertaling: Totalitarisme, 2005.