Er zijn in oorlogen vaste patronen te vinden en aan de hand daarvan worden ze gewoonlijk verdeeld in typen. De twee bekendste typen zijn waarschijnlijk wel de aanvalsoorlog en de verdedigingsoorlog. Een aanvalsoorlog kan men definiëren als een oorlog die begonnen wordt door één partij, terwijl de andere partij geheel onschuldig is aan de oorlog. Een verdedigingsoorlog kan men definiëren als een oorlog die zuiver een reactie is op een aanval van de andere partij en waaraan de verdedigende partij dus geheel onschuldig is.
XXXMaar hoewel de aanvalsoorlog en verdedigingsoorlog in theorie gemakkelijk zijn te onderscheiden en te definiëren is het toch moeilijk hiervan zuivere voorbeelden te vinden. Een soms aangehaald voorbeeld van een aanvalsoorlog vormen de campagnes waarmee de Romeinse keizer Caesar van 58 tot 53 v.C. Gallië veroverde. Maar als men hier over verder gaat nadenken blijkt ook hier de zaak niet zo eenvoudig te liggen als hij op het eerste gezicht lijkt, want Gallische en Germaanse stammen hadden telkens de grenzen van het Romeinse rijk bedreigd en men kan de oorlog van Caesar ook zien als een uitval ter verdediging van de veiligheid van het Romeinse rijk tegenover het buitenland. Dan zou het eigenlijk toch een verdedigingsoorlog zijn. Ook van de verdedigingsoorlog is het niet gemakkelijk zuivere voorbeelden te vinden, want heel vaak heeft een land dat wordt aangevallen daaraan voorafgaand toch wel provocerend opgetreden. Misschien is de verdediging van het Inca-rijk en het rijk van de Azteken tegen de binnenvallende Spanjaarden wel een zuiver voorbeeld, want de komst van Columbus was “toevallig” en op geen enkele manier uitgelokt door door vroegere agressieve daden van deze rijken.
XXXVoor mensen die geïnteresseerd zijn in de oorzaken van oorlogen (en daarmee samenhangend natuurlijk ook in de schuldvraag) zijn echter ook twee andere typen oorlog van groot belang. Men zou die de “spontaan ontstaande oorlog” en de “oorlog-als-schakel-in-een-keten” zou kunnen noemen. Een spontaan ontstaande oorlog ontstaat als het ware uit het niets. Hij begint met een heel kleine, onschuldige gebeurtenis en groeit daarna door escalatie uit tot een oorlog. Men kan dus niemand aanwijzen die de oorlog begonnen is en men kan dus ook geen “schuldige” aanwijzen. Een dergelijke oorlog is een geliefd thema bij treurspeldichters, niet alleen in het oude Griekenland, maar ook in andere culturen. Een beroemd Arabisch voorbeeld is de Basous-oorlog, die uitgevochten werd tussen de stam van Taglib en de stam van Bakr omstreeks 494-534, dus in de pre-islamitische periode. Deze oorlog begon hiermee dat de hoofdman Koelayb tijdens een wandeling door zijn gebied een leeuwerik zag die angstig fladderde boven haar nest met eieren. Koelayb stelde haar gerust met de woorden: “Wees niet bang, ik zal je beschermen”. Toen hij echter de volgende dag bij het nest terugkwam zag hij dat dit vertrapt was door een kameel en hij vermoedde dat die behoorde tot de kudde van zijn zwager Djassas. Hierop bedreigde hij Djassas: “Pas op, zorg dat die kameel hier nooit meer terugkomt!” Dit deed Djassas in woede ontsteken: “Bij God, zij zal hier terugkomen!” Hierop dreigde Koelayb: “Als zij hier terugkomt zal ik haar met een pijl door de uier schieten!”. En hierop dreigde Djassas: ”Dan zal ik mijn lans in jouw rug werpen!”
XXXNiet lang na deze verhitte woordenwisseling gebeurde het dat een kameel van Djassas toevallig losbrak, waarna Koelayb haar met een pijl door de uier schoot, waarna Djassas Koelayb doodde. Deze gebeurtenissen vormden de aanleiding van de 40 jaar durende oorlog tussen de stammen van Taglib en van Bakr, met eindeloze wederzijdse wraakacties, die doorging tot beide partijen volledig waren uitgeput en die naar men zegt 70 000 doden kostte. Deze oorlog is in de Arabische wereld het symbool geworden van de eindeloze stammenoorlogen die woedden voordat de komst van de islam daaraan een einde maakte (1).
XXXHet tweede type oorlog dat hier de aandacht verdient is de oorlog die een nieuwe schakel is in een vaak reeds lang in gang zijnde keten van elkaar uitlokkende oorlogen. Hierbij maakt het geen verschil hoe deze keten is begonnen: hij kan door het escalatiemechanisme uit het niets zijn ontstaan, maar hij kan ook begonnen zijn met een aanvalsoorlog. Wanneer we de gang van zaken bij het eerste geval samenvatten krijgen we dus het volgende:
De keten begint vrijwel onzichtbaar met een onbeduidende gebeurtenis die een reactie oproept die nog geen vergeldingskarakter hoeft te hebben. Deze roept vervolgens weer een tegenreactie op en zo ontstaat een keten van wederzijdse reacties met een aangroeiend vergeldingskarakter. Deze nemen in heftigheid toe totdat alle zelfbeperking is weggevallen en beide partijen trachten zo hard mogelijk “terug te slaan”. Na verloop van tijd is men het begin van de keten vergeten en let ieder van beide partijen alleen nog op de laatste handeling van de tegenpartij. In dit stadium beweren beide partijen dat de tegenpartij is begonnen en dat de eigen reactie niet meer is dan een gerechtvaardigde reactie op ondervonden agressie.
(1) L.O. Schuman (1960): De Arabieren, Cultuurgeschiedenis van de Arabische wereld, p. 46.