De verwisselbaarheid van militair geweld en andere vormen van geweld

Geweld waarbij geen bloed wordt vergoten
Vanuit pacifistisch standpunt bestaat er een hemelsbreed verschil tussen militair geweld waarbij doden vallen en andere vormen van geweld waarbij geen doden vallen. Maar vanuit psychologisch standpunt ligt dat anders: hier is militair geweld tot op grote hoogte equivalent met andere vormen van geweld, zoals psychisch geweld. 
xxxxxxDit is goed te zien bij het gedrag van kinderen. Wanneer ze aan het spelen zijn loopt dit soms uit de hand en dat kan er toe leiden dat het ene kind het andere een (lichamelijke) duw of zelfs een klap geeft. Het andere kind kan dan fysiek reageren (terugslaan), maar het kan ook psychisch reageren (terugschelden). Beide reacties zijn geschikt om het doel te bereiken, namelijk het terugkwetsen van de tegenstander. Het kan echter ook gebeuren dat het proces begint op psychisch niveau begint: een kind wordt (psychisch) uitgescholden, maar hij reageert niet door terug te schelden, maar door kwaad te worden en terug te slaan. Terugslaan en terugschelden zijn onderling verwisselbaar. In de dynamiek van het beurtelings elkaar kwetsen spelen lichamelijk kwetsen en psychisch kwetsen een zelfde rol. Beide zijn vormen van geweld (1).
xxxxxxKinderen zijn nog onvolwassen en reageren primitief en spontaan. Maar het ziet er naar uit dat de internationale politiek psychologisch gezien nog op dezelfde primitieve trap van ontwikkeling staat. Zoals in het vorige artikel is betoogd vormen de laatste vier grote oorlogen in Europa een keten waarbij iedere oorlog een revanche was voor de vorige. Ze vormen bij elkaar een voorbeeld van het mechanisme dat geweld wordt beantwoord met geweld. In dergelijke ketens gebeurt het echter ook vaak dat een oorlog niet zozeer voortkomt uit het militaire geweld van een vorige oorlog, maar meer uit kwetsende en leed toebrengende activiteiten waarbij geen of nauwelijks bloed wordt vergoten. Een voorbeeld daarvan is de Eerste Wereldoorlog, die voor een groot deel een revanche was voor de korte en militair onbetekenende Frans-Duitse oorlog, die de Franse trots diep krenkte.  Voorbeelden van niet-militair geweld zijn economisch geweld, structureel geweld, onderdrukking, psychisch geweld, uitstoting, bedreiging, verbaal geweld en seksueel geweld (2).
 
Een voorbeeld: het politieoptreden bij betogingen
Om dit toe te lichten een opmerking over de zogenaamd “geweldloze” acties. Er bestaan verschillende methoden om een tegenpartij schijnbaar geweldloos tot geweld te dwingen. Bij de bekende bezetting van het Maagdenhuis in Amsterdam in 1969 legden de studenten de administratie van de Universiteit van Amsterdam volledig lam en dwongen daarmee het universiteitsbestuur de politie er bij te halen om met geweld het gebouw te ontruimen. Eigenlijk was het handelen van de studenten een vorm van aanzetten tot geweld, misschien mag men  zelfs spreken van dwingen tot geweld. Deze truc om met zogenaamd vreedzame en geweldloze acties de tegenpartij te dwingen tot het gebruik van geweld wordt vaak toegepast. Voorbeelden zijn het houden van een betoging op een tijd wanneer dit verboden is, of op een strategisch gekozen plaats die een groot deel van het verkeer in een stad lamlegt. Of gewoon op de straat gaan zitten, zodat de politie je moet wegslepen. In de coronatijd (2020-22) is er nog een methode bijgekomen: dicht opeengepakt en zonder mondkapjes zogenaamd vreedzaam staan te betogen, terwijl het verplicht is anderhalve meter afstand te bewaren en een mondkapje te dragen.
xxxx In de genoemde gevallen kwam het geweld van de politie niet uit de lucht vallen. De politie werd er toe gedwongen door het optreden van de actievoerders. Er is alle reden dit optreden ook te zien als geweld, alleen is het een andere vorm van geweld. Hier moet echter nadrukkelijk aan worden toegevoegd dat ook de regering kan uitlokken tot geweld, bijvoorbeeld door stelselmatig niet naar de mensen te luisteren en onwelgevallige publicaties te verbieden. En vervolgens bij betogingen die ontaarden in het gebruik van geweld alle nadruk leggen op dit geweld en dit als excuus te gebruiken om nog steeds niet naar ze luisteren. Dat is dan structureel geweld.
 
Dezelfde processen spelen zich ook af in de internationale politiek
Dezelfde verschijnselen zijn te zien bij de inval van Rusland in Oekraïne in maart 2022. Velen menen dat deze inval “uit de lucht kwam vallen”, maar er ging veel aan vooraf. Hij vormde de laatste schakel in een geweldsketen. Tot die keten behoren de dreiging van het jarenlang stelselmatig opdringen van de EU en de NAVO richting Russische grens. Tot die keten behoren ook het door de regering in Kiev onderdrukken van de Russisch sprekende bevolking in het oosten van het land, het streven naar meer autonomie door Donbas en Luhansk, de militaire aanvallen van Kiev op deze grensgebieden en de verkapte Russische militaire steun aan die grensgebieden. Hierbij was soms sprake van geweld waarbij geen bloed vloeide en soms van militair/fysiek geweld. De inval van Rusland in maart 2022 betekende een enorme schaalvergroting en dat was natuurlijk fout. Maar de gehele geweldsketen is fout. Ook de nog steeds escalerende wederzijdse sancties behoren daartoe.
x
Noten:
(1) Iemand die veel heeft nagedacht over dit soort problematiek was Sigmund Freud. Hij zou terugslaan als de “adequate reactie” hebben beschouwd en terugschelden als een sublimatie daarvan. Zelf zou ik ze liever beschouwen als equivalent: terugschelden kan diep kwetsend zijn en langdurig nawerken. 
(2) Heel verhelderend voor het begrip structureel geweld is het proefschrift van Sara van Rompaey (2019): De limieten van geweldloos verzet. https://www.academia.edu/40157053/De_limieten_van_geweldloos_verzet