In de vorige aflevering is gewezen op het probleem dat een oorlog gewoonlijk door beide partijen wordt beschouwd als rechtvaardig en noodzakelijk. Maar het probleem gaat nog dieper, beide partijen ervaren de oorlog namelijk niet alleen als rechtvaardig en noodzakelijk, maar voor beide partijen geeft de oorlog ook zin aan het leven. Zij menen dat hun oorlog in dienst staat van een ideaal dat het waard is om zich voor op te offeren. Als zij sterven aan het front wordt hun lichaam weliswaar vernietigd, maar hun ziel wordt opgenomen in de heerscharen van de talloos velen die hebben gestreden voor eeuwige waarden: de democratie, de vrijheid, de rechtsstaat, de eerlijke verdeling (communisme), het kweken van een zuiver ras (nazidom), het ware geloof (het christendom, de islam). Zij denken deel te nemen aan een heilige oorlog. Sneuvelen voor de goede zaak maak onsterfelijk.
XXXHet idee om door de strijd onsterfelijk te worden is in de wereldliteratuur op velerlei wijzen beschreven en bezongen. In de Ilias bijvoorbeeld hoopten de Griekse helden op het slagveld niet zozeer de onsterfelijkheid te bereiken doordat ze aan de goede kant streden, als wel doordat ze daar door hun heldendaden eeuwige roem wisten te verwerven. De kenner van de Griekse cultuur H.D.F. Kitto schreef: ‘De Homerische Griek had een donker, schimmig bestaan in de Hades te wachten. De enige werkelijke hoop op onsterfelijkheid was, dat iemands roem in liederen zou voortleven’ (1). De oude Germanen tobden over het probleem dat Odin op het slagveld juist de heldhaftigste mannen liet omkomen en troostten zich met de gedachte dat hij het slagveld gebruikte om deze mannen te selecteren en te bewaren voor de Eindstrijd (2).
XXXOok staatslieden kunnen de onsterfelijkheid bereiken: ze kunnen dat bijvoorbeeld doen door een groot rijk te stichten: Farao Menes verenigde Opper- en Neder-Egypte, keizer Qin Shi Huangdi verenigde het Chinese rijk, Romeinse heersers verenigden stap voor stap het Romeinse vrederijk (de pax Romana), Bismarck verenigde Pruisen. Voor deze staatslieden zijn talloze standbeelden opgericht. Maar ook op omgekeerde wijze kan men de onsterfelijkheid bereiken: de (legendarische) held Wilhelm Tell vocht voor de vrijheid van Zwitserland, Willem van Oranje vocht voor de vrijheid van Nederland, George Washington werd de grote held van de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. Ook voor hén zijn overal standbeelden opgericht. Zoals een Chinese wijsgeer zei: “In bepaalde tijden wordt het Chinese rijk verenigd, in andere tijden valt het weer uit elkaar”. Sommigen verwerven eeuwige roem door iets tot stand te brengen, anderen verwerven eeuwige roem door het weer af te breken. Het ziet er naar uit dat het meer gaat om de heldhaftigheid van de daden dan om datgene dat tot stand wordt gebracht of afgebroken.
XXXAl deze pathetische heldendaden en idealen geven zin aan het leven (3). Maar kort na een oorlog komt er vaak een periode waarin aan deze zin wordt getwijfeld. De overlevenden tellen hun doden, aanschouwen hun in puin geschoten steden en spreken van de waanzin van dat alles. Ze roepen: “Nooit meer oorlog!” Maar langzamerhand worden de doden en de ellende weer vergeten en gaat het leven weer door: het berechten van de tegenstanders, de verzetshelden, de spannende verhalen, de geschiedschrijving, het oprichten van monumenten. En bovendien de fascinatie voor bewapening en uitvindingen: de tanks, de vliegtuigen, de kruisers, de radar, de atoombom. En dan komt de Grote Literatuur, wat zouden Homerus en Tolstoj moeten beginnen zonder oorlog? Het zijn niet de mensen die hun leven lang braaf hebben gearbeid voor hun geliefden en voor de opbouw van hun land die worden herinnerd en bezongen, maar degenen die zijn gesneuveld in een oorlog. Zelfs de onbekende soldaat wordt geëerd. Je moet je leven geven om onsterfelijkheid te verwerven. De oorlog dient om de dood te vergeten en is een van de motoren waardoor de wereld blijft draaien.
(1) H.D.F. Kitto (1958): The Greeks. Hoofdstuk III.
(2) Vries, J. de (1944), De goden der Germanen, p. 55, 150.
(3) Zie bijvoorbeeld:
– M. van Creveld (2008): The Culture of War.
– E. Kieft (2014): Oorlogsenthousiasme. Europa 1900-1918.
– A. Ladan (2015): Het verlangen naar oorlog & andere zaken.