7. Schuld door deelname aan een criminele organisatie

Het komt vaak voor dat iemand kennelijk heeft meegedaan aan bepaalde groepsgewijze uitgevoerde criminele handelingen, maar dat het toch niet lukt hem daarvoor verantwoordelijk te stellen doordat hij er zich op beroept niet zelf zulke handelingen te hebben verricht. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer hij lid is van een motorclub die ergens gewelddadig heeft opgetreden terwijl hij daarbij toch aantoonbaar in de voorste gelederen aanwezig is geweest. Wanneer de aanklager nu met bijvoorbeeld camerabeelden kan bewijzen dat hij inderdaad zelf gewelddadige handelingen heeft verricht is de zaak duidelijk, maar vaak  ontbreken dergelijke bewijzen. Om dergelijk ongrijpbaar crimineel gedrag toch te kunnen bestraffen heeft de wetgever het begrip “deelnemen aan een criminele organisatie” ingevoerd (wetboek van strafrecht artikel 140). Met behulp van dit begrip kunnen individuele personen die in groepsverband criminele handelingen hebben verricht soms toch worden bestraft doordat men ze nu ten laste kan leggen dat ze een strafbare handeling hebben verricht door lid te worden van een dergelijke organisatie.
XXXHiermee kan een beperkt deel van dit soort criminele daden worden aangepakt. Maar ook voor dit deel blijven er nog problemen. In de eerste plaats is het moeilijk voor iemand die lid wil worden van een bepaalde club om te bepalen of dit een criminele organisatie is. Hij zou dan artikel 140 van het wetboek van strafrecht kunnen gaan raadplegen. Dit artikel geeft voor het vaststellen of iemand deel neemt aan een criminele organisatie drie criteria, namelijk de deelneming, het oogmerk van de organisatie en de mate van georganiseerdheid. Maar het is in de praktijk vaak moeilijk om op grond van deze drie criteria tot een besluit te komen. Stel iemand wil bijvoorbeeld lid worden van een fotoclub en hij ontdekt langzamerhand dat veel leden daarvan in de drugshandel zitten. Of hij ontdekt dat het bestuur daarvan in de drugshandel zit en de fotoclub hoofdzakelijk gebruikt als dekmantel. Maar hij ziet ook dat veel leden in de club alleen maar hun hobby fotografie willen uitleven en niets met drugs te maken hebben. Wat moet hij doen? Is dit een criminele organisatie? Er lijkt hier een groot gebied van grensgevallen te bestaan.
XXXEen tweede probleem is dat iemand lid kan zijn van een club zonder dat hij daar bewust voor heeft gekozen. Zo kan iemand geboren zijn in een  maffiafamilie. Moet hij dan met zijn hele familie ruzie gaan maken? Of stel dat een Nederlands moslimgezin bestaat uit een vader, een moeder en drie broers en dat zowel de vader als twee van de drie broers zijn vertrokken naar het Midden-Oosten om daar deel te nemen aan de “’vrijheidsstrijd”. Kan men dan de thuisgebleven broer verwijten lid te zijn van een criminele of terroristische organisatie? En meer in het algemeen: kan men Nederlandse moslims die niet hard genoeg protesteren tegen het door moslims in het Midden-Oosten gepleegde geweld verwijten lid te zijn van een gewelddadige organisatie? Kan men een religie bestempelen tot een criminele organisatie? Of een heel volk, bijvoorbeeld de Duitsers tijdens de tweede wereldoorlog? Het blijft een kwestie van argumenten tegen elkaar afwegen en dat is erg modegevoelig. De openbare mening en het rechtsgevoel kunnen snel veranderen. En op iedere moment kan de regering of de openbare mening besluiten dat het geen vrede meer is maar oorlog en dat nu niet meer de wetten die gelden in vredestijd toegepast moeten worden, maar de wetten die gelden in oorlogstijd. Zo werden in Amerika tijdens de tweede wereldoorlog veel daar woonachtige Japanners geïnterneerd. Dat was uiteraard “voor de zekerheid”, maar zij hadden niets misdaan.