De (zes) fasen van een oorlog

In het artikel “Twaalf oorlogsmechanismen” worden oorlogen gezien als processen waarin steeds dezelfde psychologische wetmatigheden (mechanismen, automatismen) werkzaam zijn en waardoor ze in grote lijnen steeds hetzelfde verloop hebben. Het artikel is geschreven vanuit psychologische belangstelling: hoe komt het dat geweld geweld oproept, wat is een biologische en wat is een psychische reflex, waarom gaat de ene partij zich net zo gedragen als de andere partij, enzovoort.

Deze mechanismen drijven een oorlog voort van de ene naar de volgende fase (of tijdsperiode). Globaal kan men hierin zes fasen onderscheiden:

Eerste fase: een kleine oorzaak groeit door escalatie uit tot een verwoede strijd.

Dit is de aanloopperiode die voorafgaat aan de uiteindelijke geweldsuitbarsting. Deze periode kan soms kort zijn, zoals bij de Eerste Wereldoorlog, die begon met met de moord op de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand in Serajewo. Hierna volgde een zeer snelle escalatie, mede doordat men zich wilde houden aan gesloten verdragen. Deze periode kan echter ook tientallen jaren duren, dan loopt de spanning langzaam op tot uiteindelijk “de bom barst”. In deze aanloopperiode kan door het proces van escalatie nauwelijks nog worden vastgesteld wie is begonnen, maar men geeft elkaar wel wederzijds de schuld. Er is echter nog steeds ruimte voor onderhandelingen om het gevaar af te wenden.

Hoewel het gebruikelijk is een oorlog te laten beginnen op het moment “dat de bom barst” (oorlogsverklaring, massale gevechtshandelingen) is het voor het begrijpen van een oorlog als geheel essentieel de aanloopperiode ook tot de oorlog te rekenen. Want hij is onderdeel van de dynamiek van het steeds voortschrijdende historische proces. 

Tweede fase: oorlogsverklaring en totale oorlog

Deze fase begint na het passeren van het “point of no return”. Alle onderhandelingen worden afgebroken. Men wil geen verzoening of compromis meer, men wil alleen nog vernietiging en vernedering van de vijand. De gehele samenleving wordt in dienst gesteld van de oorlog en hij krijgt daardoor een totalitair karakter. Er is geen plaats meer voor een afwijkende mening of een eigen geweten. Alle propagandamiddelen worden uit de kast gehaald, zoals desinformatie en demonisering van de vijand. Ongemerkt gaat men steeds meer lijken op de vijand en verliest men alle waarden waarvoor men denkt te strijden.

Derde fase: de uitputtingsperiode.

Een oorlog duurt gewoonlijk langer dan men aanvankelijk dacht. Hij sleept zich voort en beide partijen raken uitgeput en afgestompt. Maar men gaat gedachteloos door, de energie om alsnog een compromis te zoeken ontbreekt. De oorlog wordt steeds wreder en stompzinniger. Een extreem voorbeeld is de eerste wereldoorlog, een loopgravenoorlog die vier jaar duurde.

Vierde fase: het vredesverdrag en de eerste jaren daarna.

Vaak wint een van beide partijen de oorlog en komt er na een “staakt-het-vuren” een vredesverdrag. Maar de mensen zitten nog vol wraak die zich uit in een bijltjesdag. In moderne tijden wordt dit enige tijd later gevolgd door een oorlogstribunaal. Hier oordelen de winnaars over de verliezers. Het bekendste voorbeeld hiervan is het oorlogstribunaal in Neurenberg na de Tweede Wereldoorlog..

Vijfde fase: de nabije geschiedschrijving.

De nabije geschiedschrijving wordt uitgevoerd door de partij die gewonnen heeft. Aanvankelijk ligt hij in het verlengde van de oorlogspropaganda. Er is nog nauwelijks plaats voor beschouwingen die de zaak van twee kanten bekijken. Grote invloed hebben ook de politici en auteurs die voortdurend speuren naar tekenen dat de vijand “weer de kop opsteekt.”

Zesde fase: De latere geschiedschrijving.

Pas later komt er ruimte voor een meer genuanceerde geschiedschrijving. En in de nog latere ontwikkeling gaat men, zoals duidelijk te zien is de tientallen jaren de Tweede Wereldoorlog, telkens anders tegen de oorlog aankijken. Hierbij speelt de politiek een belangrijke rol, want iedere politieke stroming interpreteert de oorlog in eigen voordeel.