Inhoud

Korte omschrijving van de inhoud van ieder van de studies

  1. De term ‘pacifisme” is zeer beladen (gebroken geweertjes, wereldvreemde ideeën, halfzacht enzovoort) en het is de vraag of het wel verstandig is hem nog te kiezen voor een hedendaagse blog. Daar staat tegenover dat hij staat in een eerbiedwaardige traditie (denk bijvoorbeeld aan de “pax Romana”). Daarom misschien goed hem toch te gebruiken, maar proberen hem te zuiveren.
  2. Wat is pacifisme? Er bestaat onderscheid tussen gewetenspacifisten en politieke pacifisten. Beide willen niet doden. De gewetenspacifisten doen dat vooral ter wille van het zuiver houden van het eigen geweten. Ze hebben zich voorgenomen nooit het gebod “gij zult niet doden” te overtreden en op een kritiek moment, zoals bijvoorbeeld het moment van “jij-of-ik” aan het front, liever zichzelf op te offeren dan dit gebod te overtreden. Als ze gelovig zijn hopen ze hiermee ook dichter bij God te komen, een soort ultieme geloofsbelijdenis. Als een martelaar het lijden op zich nemen. De politieke pacifisten zijn meer gericht op de buitenwereld. Ze willen de wereld zó veranderen dat oorlogen worden vermeden en niemand door de politiek in een dergelijke existentieel dilemma terecht hoeft te komen. Zij willen geen martelaar worden. Mijn eigen visie is dat beide standpunten waardevol zijn en dat het mooi zou zijn als het beste van beide werelden kon worden verenigd.
  3. Als je oorlogen wilt voorkomen moet je de oorzaken van oorlogen onderzoeken. Er blijken vooral twee soorten oorlogen te bestaan: oorlogen die door een escalatieproces plotseling als het ware uit het niets ontstaan en oorlogen die ontstaan doordat men revanche wil nemen voor een verloren vorige oorlog. De laatste soort oorlogen vormen ketens van vergelding, vergelijkbaar met de bloedwraak.
  4. De grote oorlogen in Europa waren bijna allemaal keten-oorlogen. Als men begin in de 17e eeuw krijgt men de volgende reeks: de absolutistische veroveringsoorlogen van Lodewijk XIV => de tegen het absolutistische regime gerichte Franse revolutie van 1789, voortgezet in Napoleontische oorlogen => de Frans-Duitse oorlog van 1870-71 als revanche voor vernedering van Duitsland door Napoleon => de eerste wereldoorlog als revanche voor de vernederende Franse nederlaag in de oorlog van 1870-71 => de tweede wereldoorlog als revanche voor de eerste wereldoorlog en het als onrechtvaardig gevoelde verdrag van Versailles.
  5. Bij een oorlog moet men goed onderscheid maken tussen de oorzaak en de (morele) schuld, maar vaak zijn deze nauw aan elkaar gekoppeld. Bij een ketenoorlog, waarbij twee partijen beurtelings revanche willen nemen, hebben beide partijen schuld.
  6. Wanneer beide partijen schuld hebben zou je kunnen spreken van collectieve schuld. Maar dat begrip wordt zeer onsystematisch gebruikt. Poging tot systematisering.
  7. De beschuldiging van collectieve schuld vertoont grote overeenkomst met die van deelname aan een  criminele organisatie. Opheldering overeenkomst en verschil.
  8. De beschuldiging van collectieve schuld vertoont ook grote overeenkomst met die van “guilty by association”. Verdere opheldering.
  9. Bij de tot hier gevolgde beschouwingen is schuld zoiets als het (mede)verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van kwaad. Maar dat is alleen zinvol als men een duidelijk beeld heeft van wat kwaad is. Deze aanpak wordt problematisch als men bedenkt dat een oorlog gewoonlijk niet alleen geen strijd is tussen absoluut goed en absoluut kwaad maar, nog problematischer, tussen twee verschillende vormen van goed. Hoe kan men dan nog oordelen?