Is de vergeldingsreflex slechts een reactie of is het gedeblokkeerde agressie met eigen “energie”?

In de natuurkunde geldt de wet van Newton: actie is reactie. Dat betekent bijvoorbeeld dat als je tegen een muur leunt, dat dan de muur even hard “terugleunt”. Stel eens dat dat niet zo was, dat de muur bijvoorbeeld harder zou terugdrukken dan je er zelf tegenaan drukt. Dan zou je niets meer kunnen aanraken zonder dat je een stevige stoot of klap terug zou krijgen. Dan zou je een onmogelijke wereld krijgen.

In de jaren 1950 kwam de zogenaamde “systeemtheorie” op, waarin dit soort problemen werden doordacht. Dat gebeurde vooral naar aanleiding van de zich snel ontwikkelende elektronica. Daarin zijn regelsystemen heel gebruikelijk die niet passief reageren op van elders aangevoerde energie, maar die eigen energie hebben (bijvoorbeeld bij een radiolamp of een transistor). In een dergelijk systeem is het gangbaar dat als je een kracht uitoefent, dat dan de tegenkracht groter of kleiner is dan de oorspronkelijke kracht. In die tijd ontstonden ook de begrippen meekoppeling en tegenkoppeling. Bij meekoppeling versterkt een kracht, bij wijze van spreken, zichzelf.

Dit soort gedachten werden ook overgenomen in de psychologie en de biologie. Het was de tijd van bezinning op de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog en er ontstond discussie over de vraag of agressie alleen maar een reactie is op ondervonden agressie, of dat agressie een motivatie is met een eigen “energie”. In het laatste geval zou agressie geactiveerd kunnen worden door een soort triggermechanisme.

Deze gedachten sloten aan bij de theorieën van Freud, de uitvinder van de psychoanalyse. Volgens Freud zijn er in de psyche van de mens twee tegengestelde oerdriften werkzaam, een “levensdrift” en een “doodsdrift”. Een van de wijzen waarop deze doodsdrift zich kan uiten is agressie. Deze agressie kan dan op allerlei objecten worden gericht: op een medemens, op het eigen “ik” of op een vervangingsobject (zondebok). De opvatting dat agressie een actieve motivatie is leidt als vanzelf tot de opvatting dat er er in de psyche even actieve “remmingsmechanismen” werkzaam zijn, die de agressie voor zover mogelijk in sociaal ongevaarlijke banen leiden. Een andere belangrijke opvatting uit deze gedachtewereld is dat agressiedrift uit zichzelf steeds aangroeit en als hij groot genoeg is geworden gaat hij zoeken naar een “deblokkerende prikkel”.

Deze opvattingen hebben belangrijke consequenties voor de verklaring van het ontstaan van oorlogen. Vaak lijkt het dat een oorlog is ontstaan uit verdediging tegen een aanval, maar is hij in werkelijkheid veroorzaak door menselijke agressiedrift die zoekt naar ontlading. Dan wil een mens geweldplegen, doden, vernietigen, totdat deze drift voldoende is bevredigd en men weer gaat verlangen naar vrede.

Literatuur:

• P.Watzlawick, J.H.Beavin en D.D.Jackson (1967): De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie.

• K.Lorenz (1963): Das sogenannte Böse. Zur Naturgeschichte der Aggression. (Citaat uit de flap: “Agressie kan men vergelijken met de damp in een ketel die naar buiten moet, wil er geen explosie ontstaan. De natuur heeft gezorgd voor uitlaatkleppen…”).

• R.A.Hinde (1960): Energy models of motivation. In: W.L.Beament, ed., Models and analogues in biology.

• R.Denker (1966): Agressie. Kant/Darwin/Freud/Lorenz